Ieder jaargetijde heeft zo zijn bekoringen maar toch hebben de meeste mensen wel een voorkeur voor een bepaald jaargetijde. Zo vind de een de lente helemaal het einde (hoewel het eigenlijk pas het begin is). Een ander dweept weer met de herfst. De zomer kan iedereen meestal wel bekoren maar voor de winter zijn maar weinig liefhebbers te vinden, uitgezonderd dan de wintersportliefhebbers. Toch, als we onze ogen goed de kost geven, blijkt dat alle jaargetijden zeer aantrekkelijk kunnen te zijn.

De lente met het botten van de bomen, heel veel bloeiende bollen en de vaste planten die weer voorzichtig boven de grond proberen te komen. De paringen van de eerste kikkers, padden en salamanders in het water. Het jonge leven in de wei, volop vogel gezang, nestbouw en jonge vogels.

De zomer met zijn heerlijke warme dagen en veulens die dartelen in de wei. De meest prachtige bloemen die langdurig zullen bloeien en hiermede heel veel insecten naar zich toe lokken. Vlinders in allerlei fraaie kleuren die vliegen van bloem naar bloem, fladderend op zoek naar nectar en naar een partner. Bomen vol bloesem.

De herfst met zijn prachtige verkleuringen en vallende bladeren meegenomen door de herfststormen. De meest mooie schimmels en echte paddenstoelen met hoed en steel. Het verzamelen van eikels en noten door eekhoorns, muizen en vogels als de Vlaamse gaai.

De winter waarin dieren, zoals egels, muizen, eekhoorns en vleermuizen; maar ook de reptielen en amfibieën in winterslaap of in winterrust gaan. Kale bomen die zorgen voor de nieuwe knoppen voor straks in het voorjaar. Vaak heel koude maar ook heel fraaie sterrennachten. Sneeuw en ijs wat zeer fraaie plaatjes oplevert. Eigenlijk is er voor iedereen het hele jaar door wel wat te beleven. Ik hoop u met deze lezing een heel klein beetje deelgenoot te maken van elk jaargetijde dat de revue passeert.

De lezing wordt gegeven door Leo Brand.